Je bent het afgelopen jaar meerdere maanden wezen helpen in vluchtelingenkampen in Griekenland. Hoe ben je daartoe gekomen?
Het ging me aan mijn hart, de vluchtelingencrisis. Ik vond het heel erg dat zelfs binnen de eigen Europese landsgrenzen mensen eigenlijk onmenselijk behandeld werden. Vrienden van me waren bezig met koken en distribueren van maaltijden voor de vluchtelingen bij Idomeni. Toen ik in Griekenland arriveerde was Idomeni al ontruimd. De mensen werden overgebracht naar officiële kampen. We hadden al ontdekt dat er niet alleen honger was, er was ook een grote behoefte aan duidelijke informatie. ‘Wat staat ons te wachten?’ Er waren geen officiële instanties die daar een antwoord op konden of wilden geven. Ik was er eigenlijk heen gegaan om te helpen met koken, maar nu gingen we een project opzetten om informatie te verstrekken. Dat had ik tevoren niet zo bedacht, maar ik wilde helpen waar nodig.
Els heeft over die periode naar huis geschreven, ik citeer daaruit:
“Eind mei ben ik naar Griekenland gevlogen, naar Mikro Dasos aan de grens tussen Macedonië en Griekenland om precies te zijn. Vrienden van me zijn daar maanden actief geweest in en rondom vluchtelingenkamp Idomeni. Onder de naam Aid Delivery Mission (aiddeliverymission.org ) kookten ze dagelijks een warme maaltijd voor de vluchtelingen in Idomeni en omliggende kampen, op het hoogtepunt voor 14.000 mensen per dag. Toen ik hier aankwam was Aid Delivery Mission vertrekkende. Nu Idomeni was ontruimd was ADM als actiekeuken niet meer op z’n plek.”
“Ik vroeg me af of mijn hulp nog nodig zou zijn. Nou… wel dus. Mensen zitten maanden als ratten in de val, muurvast in Griekenland. Hele families, ouderen, minderjarige kinderen zonder enige begeleiding, mensen met een handicap. Ze leven op de straten van de Griekse steden of in vluchtelingenkampen waar het ontbreekt aan basisvoorzieningen. Toegang tot schaduw (het is zomers bloedheet hier), eten, water of medische zorg is schaars. Dit was niet alleen zo in de ‘illegale kampen’, maar de situatie is momenteel nog erger in de zogeheten ‘militaire kampen’ opgezet door de Griekse regering. Naast gebrek aan basisvoorzieningen, is ook de totale onzekerheid – mensen hebben geen idee waar ze aan toe zijn of hoe lang dit nog gaat duren – een marteling. Net zoals het gebrek aan rechten: voordat een asielaanvraag gestart is mogen mensen geen huis huren, niet werken, en kinderen mogen niet naar school.”
Mensen zitten maanden als ratten in de val, muurvast in Griekenland
“In de eerste week heb ik geholpen met de distributie van voedselpakketten en maaltijden in de toen nog bestaande ‘illegale kampen’. Tegelijkertijd hielp ik een groep vrijwilligers die zich bezighield met informatievoorziening in die kampen. Inmiddels ben ik met deze mensen een nieuw project gestart, het Mobile Info Team (MIT).”
“Het is een rotbaan, vooral vanwege de hoeveelheid teleurstellend nieuws, maar ik doe het ontzettend graag. En ik vind het o zo belangrijk dat de mensen hier weten dat er ook Europeanen zijn die de huidige situatie aan het hart gaat. En het is dat kleine beetje support dat soms al genoeg is voor een glimlach en een mini beetje hoop.”
Hoe heeft de MIT-groep zich gevormd?
We besloten met een groep van acht vrijwilligers samen door te gaan. We wilden verder gaan met de info-tenten zoals die er ook al bij Idomeni waren opgezet in de onofficiële kampen. We wilden mobiel werken, er zijn rond Thessaloniki zo’n twintig kampen. We wilden bij die kampen langs om informatiesessies op vaste kantooruren te houden. Om te helpen met juridische vragen.
Alles verliep heel natuurlijk. Er zijn heel diverse groepen vrijwilligers met mensen uit allerlei landen, met allemaal andere achtergronden. Mensen die werken met kids, bezig zijn met koken. Ons groepje bestond uit mensen die de vluchtelingen juridisch verder wilden helpen. Met al die verschillen had iedereen wel iets met onderzoek te doen, in detail uitzoeken hoe iets nu precies zit, contact met advocaten, samen een front vormen.
Hoe komen jullie in contact met de mensen? Het zijn militaire kampen, klop je daar gewoon aan?
Nee, je kunt niet zomaar naar binnen. Militairen organiseren de kampen, houden wacht en distribueren eten en zo. Je moet officieel toestemming vragen om naar binnen te komen, wat je bijna nooit krijgt. In de onofficiële kampen hadden we ervaring opgedaan met casework, zoals vragen stellen bij organisaties, contact met advocaten. We hebben toen al de informatie op papier gezet waarvan we dachten dat die relevant was, daar hebben we infoborden van gemaakt. Toen de mensen naar officiële kampen overgebracht waren, zijn we de eerste weken simpelweg naar die kampen toegegaan. We hebben een bezoekschema gemaakt en dat gecommuniceerd, soms zijn we daarvoor naar binnen gesneakt om flyers te geven. We kenden al veel mensen uit de Idomeni-tijd, en begeleidden zelfs al tientallen individuele cases. We hebben toen de investering gedaan om een gazebo (een soort partytent) te kopen en stoelen en info-borden aan te schaffen. Vervolgens hebben wij sessies gehouden buiten voor de deur van de kampen. En ook hebben we een Facebook-pagina opgezet om al die informatie te kunnen doorgeven. Je ontdekt dat Syriërs alles via Facebook doen, die gebruiken bijna geen websites. Na een paar weken hadden we een paar kampen waar we elke week naartoe gingen, en na een maand wekelijks meer dan tien kampen. Soms konden we in een overdekte hal ons werk doen, meestal was het buiten onder die gazebo. In het kamp ging dan al snel het nieuws rond dat wij er waren, en dan komen de mensen wel naar je toe.
Of je binnen komt is dus afhankelijk van de hulporganisaties die in een kamp werken?
Het Griekse ministerie bepaalt wie er in welke kampen mogen werken en daarin zijn ze heel streng. Het leger hoort de basisvoorzieningen te regelen. Daarnaast krijgen hulporganisaties soms toegang voor het regelen van voedseldistributie, scholing, kleding, en medische hulp. Wij kregen geen formele toestemming omdat we geen officiële, bekende NGO waren. Wij konden zonder toestemming van het ministerie in enkele kampen met andere hulporganisaties iets regelen, want zij mochten van het leger bepalen wie wel of niet naar binnen kon. Maar dat hing geheel af van het kamp. Er waren ook kampen waar een strenge commandant zat, die niks buiten de formele afspraken deed en daar konden we toegang wel vergeten.
Het klinkt alsof er een redelijke samenwerking was tussen de grote hulporganisaties en ongebonden vrijwilligers.
Nee, dat was niet zo, al werd het na verloop van enkele maanden wel beter. Waar we tegenaan liepen was dat de Griekse besluitvorming heel wispelturig was. Waar ik me ook over verbaasd heb was dat het op veel momenten zelfs een complete chaos was, geen duidelijkheid wie nou precies waarover ging. Voor ons was het extra lastig, omdat we aanvankelijk nog niet een erkende organisatie waren en gezien werden als anarchisten die je sowieso niet serieus kon nemen of vertrouwen. Al deden we ons werk heel professioneel, ze gingen er bij voorbaat vanuit dat onafhankelijke vrijwilligers niet echt betrouwbaar werk volgens de richtlijnen zouden doen. In ons geval was dat wel degelijk OK: alles driedubbel verifiëren en nooit onjuiste informatie geven. Het was een gevecht tegen de bierkaai. Drie, vier maanden heeft het geduurd voordat we te horen kregen dat we toch wel goed bezig waren.
Dat vond ik soms lastig, omdat we het in die onderhandelingen niet hadden over hoe je de vluchtelingen het beste kon helpen, omdat er allerlei politieke belangen speelden. Je bent twaalf uur per dag, zeven dagen per week aan het werk om mensen te helpen. Wat is dan hun belang? Willen ze deze mensen ook helpen, of worden beslissingen genomen op basis van heel andere belangen?
Die andere belangen is dat eigenbelang of politiek belang? In hoeverre heb je zicht op de spelletjes die er gespeeld worden?
De kracht van ons werk was dat we niet overheidsgerelateerd waren. Voor de vluchtelingen waren we objectief bezig, we gaven geen valse hoop. Er was wantrouwen tegen andere organisaties, zoals de UNHCR, die had al een paar keer mededelingen gedaan, die vervolgens werden teruggedraaid. Wij werden gewaardeerd om onze eerlijkheid, als we het antwoord niet wisten zeiden we dat ook. Als je de nare informatie moest geven dat iemand waarschijnlijk nog een jaar in dat kamp zou moeten blijven, dan breekt je hart. Maar valse hoop is erger.
Zijn deze mensen een levend schild tegen de vluchtelingenstroom?
Ik heb wel tijd geïnvesteerd in het deelnemen aan overleg met andere organisaties, om te weten wat er speelt. En dan ontdek je inderdaad dat er soms dingen gebeuren waarvan je met je oren staat te klapperen en die helemaal niet in het belang zijn van de mensen in de kampen. Wat ik verschrikkelijk vind is dat deze mensen nog steeds in een tentje wonen, dat soms niet waterdicht is. Die gaan nu hun tweede winter in – in de kou in een kamp. Ik vraag me af of het politiek belang om zo andere Syriërs af te schrikken daarvan de reden is. Er zijn vijftigduizend mensen die de toezegging hebben dat ze in Europa mogen blijven – waarom is Europa niet in staat deze mensen van fatsoenlijke huisvesting te voorzien? Zijn deze mensen een levend schild tegen de vluchtelingenstroom? Dat is een politiek spel waar ik misselijk van word. En dan is er ook een Griekse regering die voor de opvang geld krijgt. En er zijn politiecommandanten die in zo’n kamp hun naam hebben hoog te houden. Er zijn belangen van hulporganisaties, zoals de UNHCR die niet alleen werkt voor de vluchtelingen maar ook voor de regering van het land waarin ze actief zijn. Het speelt allemaal door elkaar heen.
Ik vond wel dat we moesten samenwerken, maar niet dat andere organisaties zeggenschap kregen over wat wij deden of zeiden. Je kunt elkaar in zo’n situatie versterken en aanvullen. Uitgangspunt was om als MIT altijd objectieve informatie te geven. We waren niet aan het relschoppen. We waren wel een luisterend oor voor de mensen in de kampen, maar hebben ons als organisatie nooit subjectief geuit. We hebben aan demonstraties meegedaan (zie verderop) , maar dat deden we dan ook niet als MIT, maar op persoonlijke titel.
Na een paar maanden kwam Els weer terug naar Nederland om dingen te regelen, zoals het opzetten van de Stichting Mushkila Kabira (Arabisch voor ‘groot probleem’). Daarover had ze bericht:
“Oprichting van deze stichting was op dit moment voornamelijk belangrijk omdat we als Mobile Info Team behoefte hebben aan een ‘formele organisatie’. Enerzijds omdat het niet prettig voelt te vragen om donaties richting een persoonlijk rekeningnummer, anderzijds omdat je als Stichting gemakkelijker het gesprek met de Griekse regering en militairen aangaat. Daarnaast is voor mij de oprichting van deze stichting ook een investering in de toekomst.”
Stichting Mushkila Kabira heeft tot doel humanitaire hulp te verlenen aan mensen die dat nodig hebben. Dit kan zijn in de vorm informatievoorziening en juridisch advies (zoals we dat nu doen met het Mobile Info Team), maar ook in de vorm van inzameling en distributie van noodgoederen en de organisatie van sociale of maatschappelijke activiteiten en evenementen. Oftewel, Stichting Mushkila Kabira richt zich nu op het Mobile Info Team-project en zal mogelijkerwijs in de toekomst ook andere projecten initiëren.
Het Mobile Info Team bezoekt momenteel acht vluchtelingenkampen minimaal een keer in de week, en zal dat uitbouwen tot zo’n twaalf kampen. In vrijwel al deze kampen is de eerste stap voor het starten van een asielprocedure (genaamd pre-registration) mogelijk gemaakt door de Griekse regering. Pre-registration houdt in dat mensen bij de Griekse overheid aan kunnen geven dat ze een asielprocedure willen starten, eigenlijk worden alleen hun naam en geboortedatum geregistreerd.
De pre-registration zal worden opgevolgd door een eerste afspraak bij het Griekse asielbureau en vervolgens door een interview op de ambassade. Een realistische inschatting is dat het voor de meeste mensen tussen de vier en zes maanden zal duren voordat ze hun interview hebben. Na het interview is de doorlooptijd van de daadwerkelijke asielprocedure tussen de zes en negen maanden. Ofwel: de vluchtelingen waarover ik eerder berichtte zullen vrijwel zeker nog meer dan een jaar moeten vertoeven op de plek waar ze nu zijn.
Om niet alleen machteloos antwoord te hoeven geven (want daarvan word je heel ongelukkig), werken we ook aan een aantal concrete projecten. Zodra de eerste afspraken bij het asielbureau en de interviews starten zullen we mensen inhoudelijk voorbereiden op deze afspraken, wellicht in de vorm van workshops.
Ook zijn we twee projecten gestart, waarbij we de informatie die we van mensen krijgen in de kampen benutten in plaats van alleen maar aanhoren (we zijn een van de weinige teams die meerdere kampen bezoeken en uitvoerig met mensen in gesprek gaan). Het eerste project is het opzetten van een netwerk van vrijwilligers in het veld (mensen die we grotendeels nog kennen uit de ‘Idomeni-tijd’),om in geval van noodsituaties in kampen snel te kunnen schakelen. Een concreet voorbeeld is dat we in twee kampen die we bezoeken te horen kregen dat er schrijnend te kort was aan medische hulp. We hebben een noodoproep uitgedaan naar onze contacten, waarna bij beide kampen een kleine artsenpost is opgezet.
Het tweede project gaat over het verspreiden van het verhaal van de vluchtelingen waarmee we samenwerken. Mensen hebben het gevoel dat niemand zich meer om ze bekommert, dat ze vergeten zijn. En hoe erg ik dat ook vind, ik heb hetzelfde gevoel. Als Mobile Info Team willen we daarom de komende tijd in samenwerking met journalisten, fotografen en documentairemakers, deze mensen een kans geven hun stem te laten horen en hun verhaal te vertellen.
In één kamp hebben ze alle hulporganisaties eruit geknikkerd
In hoeverre organiseren de vluchtelingen zichzelf in de kampen?
Dat gebeurt absoluut. De uitdaging voor mensen is dat hun middelen heel beperkt zijn en hun verblijfstijd in een kamp is onvoorspelbaar, daarom is het niet makkelijk voor hen om zich te organiseren. Toch hebben zij mini-vluchtelingenconsulaten opgericht, die de hulporganisaties hebben aangesproken ‘Waarom nemen jullie beslissingen over ons terwijl wij zelf er niet in worden gekend?’. Zij hebben community’s gevormd die ieder hun woordvoerders hebben. En dat heeft gewerkt, de mensen kregen daardoor een stem in wat er gebeurde.
Er zijn ook demonstraties georganiseerd vanuit de kampen en met verschillende kampen in onderlinge samenwerking. In één kamp hebben ze alle hulporganisaties eruit geknikkerd, omdat ze keer op keer geen antwoord hadden op de vragen. Er is een hoop onvrede, maar dat is soms een goede basis voor zelforganisatie.
Hoe reageren de Griekse burgers op de kampen?
Dat hangt helemaal af van wie je spreekt. Ik heb meegemaakt dat er echt fascistisch protest was bij een kamp, dat er en masse stenen werden gegooid door opgetrommelde extreem rechtse Grieken. Dat brak echt mijn hart dat dat gebeurde; die mensen waren net verplaatst van een onofficieel kamp naar een schuur. Die hadden het gevoel dat ze naar een varkenshok verplaatst waren, en dan werden ze nog met stenen bekogeld ook.
Andere Grieken hebben de houding van: ‘Ik heb niets tegen vluchtelingen, maar wij hebben vijfentwintig procent werkeloosheid, wij moeten zelf ook overleven’. En er zijn boeren die boos zijn, omdat er groente van hun land wordt gejat. Maar er komen ook mensen helpen, kleding en speelgoed brengen. En dan heb je mensen die professioneel helpen, zoals advocaten, artsen, ICT-ers. Maar er is wel een sterk rechts sentiment, dat komt ook voort uit onmacht: ‘Hoe kunnen wij als failliet land al deze mensen helpen?’
Je schrijft ook over workshop die jullie geven?
Inmiddels is bekend wie hier een eerste interview heeft om asiel aan te kunnen vragen, en wanneer. Dat is dus helemaal het begin van de asielprocedure. Sommige mensen zijn daarvoor pas eind april 2017 aan de beurt. Toen de eerste interviews begonnen zijn we interviewworkshops gaan geven. We willen mensen uitleggen waar het interview op gericht is, en wat de consequenties zijn. Er wordt bij voorbeeld soms gevraagd naar heel heftige gebeurtenissen, waar mensen moeilijk over praten, zeker in zo’n formele situatie. Ze moeten desondanks echt laten weten dat er iets gebeurd is, al kunnen ze de emotionele details niet vertellen. Want als ze in het eerste gesprek daarover zwijgen, krijgen ze er later geen kans meer voor. Ze zijn op de huidige situatie in de kampen gefocust, maar ze moeten praten over de thuissituatie waaruit ze zijn weggevlucht. Op die manier bereiden we ze op die gesprekken voor en door die voorbereiding staan ze ook steviger in hun schoenen.
Els is daarna nog een keer terug naar Nederland gegaan, en schreef voordat ze voor de derde keer zou afreizen het volgende bericht:
Begin augustus ben ik, na een paar fijne weken in Nederland, teruggevlogen naar Thessaloniki. Voor de vluchtelingen hier is de afgelopen maand(en) nauwelijks iets veranderd. Mensen wonen nog steeds in dezelfde kampen, waar basisvoorzieningen er wel iets op vooruit zijn gegaan maar absoluut niet tot humanitaire standaarden. Naast de moeilijke leefomstandigheden, vind ik het vooral erg om te zien hoe de vluchtelingen er mentaal op achteruit gaan. De frustratie en totale wanhoop neemt met de dag toe, en het wachten en niks doen maakt mensen gek.
Inmiddels hebben alle vluchtelingen in Noord-Griekenland het zogeheten pre-registration proces doorlopen. Ze zijn dus geregistreerd bij de Griekse Asiel Service. Nu is het wachten op een SMS’je, met daarin een afspraakmoment voor hun eerste interview. Pas door middel van dit eerste interview kunnen mensen officieel asiel aanvragen, en dus formeel asielzoeker worden.
We zitten inmiddels als ‘groepje onafhankelijke vrijwilligers’ bij de officiële ‘Legal Aid Meetings’ van UNHCR en zijn al door Griekse advocaten benaderd met detailvragen over asielprocedures naar Nederland en Duitsland. Dat is toch ook leuk, een beetje serieus genomen worden!
In eerste instantie waren we van plan het Mobile Info Team project tot eind september te laten lopen. Nu blijkt echter dat dit veel te kort is. We willen door, hopelijk tot in ieder geval maart 2017.
Een belangrijk aspect van jullie werk was ook om de vluchtelingen te helpen zelf hun stem te laten horen?
Idomeni kreeg veel aandacht in de pers, op dit moment zitten mensen in een vergelijkbare ernstige situatie, maar de Europese media rapporteren er niet meer over. Er zijn mensen die tot april 2017 moeten wachten tot ze überhaupt asiel aan kunnen vragen. In Nederlandse media wordt gemeld dat er geen asielaanvragen meer binnen komen, dus de azc’s gaan dicht. Ik weet dat er een heleboel mensen zijn die wel asiel willen aanvragen, maar het niet kunnen. Daarom vroegen de mensen ons te helpen hun stem te laten horen. Om de wereld te laten weten dat ze er nog zijn. Daarom hebben we ook de media ingeschakeld, en zijn er interviews gegeven aan Duitse, Portugese, en Nederlandse radio en tv. Een voorbeeld hiervan is een artikel op de website van de NOS.
In hoeverre zijn er mensen in de kampen die zelf rechtstreeks hun verhaal kwijt willen?
Ik ken een aantal mensen die in staat zijn dat te doen, zoals Abdulazez, een jongen die foto’s maakt in de kampen, met zijn serie ‘Through Refugee Eyes’. Maar voor de meesten is het niet makkelijk om in contact te komen met de media, de taal is een probleem, en ze hebben geen netwerk hier.
Hoe kijk je terug op je tijd daar?
Het is nog niet afgelopen, het team bestaat nog. Ik ben nog steeds aan het helpen, maar nu vanuit Nederland. Maar voor mij persoonlijk was het heftig. Ik heb me geschaamd voor wat daar gebeurde, en verbaasd hoe in onze Westerse maatschappij mensen zo onmenselijk behandeld worden. Hoe overheersend politieke belangen kunnen zijn in het maken van keuzes over mensenlevens.
Mensen zo lang in een onwaardige situatie laten leven, daarmee maak je geen vrienden. Ze worden onnodig gefrustreerd, ze vervelen zich dood. Je creëert daarmee afstand tot mensen die later wellicht hierheen komen. Het is ook in ons belang dat ze zo snel mogelijk daar wegkomen. Voor mij persoonlijk, het heeft mijn leven getekend. Zo’n ervaring laat je niet meer los. Praten met mensen die zijn zoals jijzelf en dan maar accepteren dat zij in de shit zitten en jij niet, dat gaat niet. Het zijn mensen die in een tentje leven en niks anders kunnen dan wachten, mensen die een leven hadden zoals jij en ik.
Naschrift van de redactie:Dit interview kwam in december 2016 binnen. Vóór de jaarwisseling heeft de Solkas van de Vrije Bond een bedrag overgemaakt naar kameraden op het eiland Lesbos. Ook daar zijn kameraden actief. Intussen heeft een extreem koude winter daar een noodsituatie gecreëerd. We hebben de blogspot nagelopen op berichten over de toestand in die periode om daar te vernemen dat de officiële Griekse vluchtelingeninstanties op de kampen hun posten wegens de strenge vorst en de hevige sneew gesloten houden. De kampeerders, die dus tot april op hun eerste interview wachten, moesten het zelf maar uitzoeken. Officieel heeft de UNHCR enig ingrijpen in Lesbos aangekondigd.
Meer info
Mobile Info Team: mobileinfoteam.blogspot.gr. en facebook.com/mobileinfoteam
Wil je helpen met donaties? Stichting Mushkila Kabira, IBAN: NL76 INGB 0007 3490 21,
BIC: INGBNL2A