Het thema van deze Buiten de Orde is ‘Ruk naar rechts’. Het is een belangrijk onderwerp, want we leven inderdaad in een tijd die wordt gekenmerkt door steeds snellere en ook hardere verrechtsing. Deze verrechtsing is bovendien al gaande sinds het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw. We lijken maar niet in staat een effectief antwoord hierop te formuleren. En dat is zeker niet omdat we er niet genoeg aandacht aan besteden. Sinds ik op de een of andere manier betrokken ben bij buitenparlementaire, anti-kapitalistische groeperingen heb ik enorm veel stukken voorbij zien komen over de ‘ruk naar rechts’. Deze artikelen slaan vaak een alarmistische toon aan, zetten het rechtse offensief op koelbloedige wijze uiteen, of zijn een combinatie hiervan. Maar ze bieden geen praktische handvaten, buiten wanhopige, ‘harde’ maar tegelijkertijd abstracte oproepen tot ‘actie’ of het ‘opbouwen van een brede beweging’.Soms heb ik het gevoel dat we ons gebrek aan concrete handelingsperspectieven aan het overschreeuwen zijn, door de vinger te wijzen naar hoe vreselijk onze vijanden zijn en hoe hard zij aan het winnen zijn. Dat we onszelf afleiden van een gapend gat in onze theorieën: de vraag wat en vooral hóe te doen, op dit moment, in deze situatie. Misschien moeten we maar eens ophouden zo bezig te zijn met rechts, en ons richten op onszelf. Hoe bouwen we een beweging op? Hoe nemen wij het initiatief? Met welke acties komen we vooruit?
Hieronder volgt een stuk dat ik heb geschreven voor de aankomende conferentie van 2dh5[*]. Hierin probeer ik een manier uiteen te zetten hoe er gebouwd kan worden aan onze kracht. Dit komt misschien wat vreemd over in een themanummer over de ‘Ruk naar rechts’, maar ik denk dat je rechts alleen kan bestrijden door zelf te winnen. Ik hoop ook dat dit anderen aanzet zelf na te denken en te schrijven over concrete manieren om uit de huidige situatie te ontsnappen.
In de uitnodigingsmail voor de conferentie schetsen de organisators van 2dh5 een impasse van de beweging. Ik herken mij daar zeker in, en daarin zal ik niet de enige zijn. Wat mij tegelijkertijd opvalt is dat veel van onze analyses, of ze nou over het specifieke thema van bewegingsopbouw gaan of niet, zo goed als nutteloos zijn. Dit heeft dan vaak te maken met ‘de stand van de beweging’. Maar tegelijkertijd is hoe de beweging er aan toe is ook deels te wijten aan onbruikbare analyses. In de afgelopen jaren ben ik er van overtuigd geraakt dat we moeten denken in concrete projecten. Projecten die dynamieken kunnen ontketenen die onze invloed vergroten, in de richting van een betere wereld. Projecten die bovendien praktisch nut hebben en te combineren vallen met de rest van ons leven. Graag deel ik mijn overwegingen met jullie.
De impasse van de beweging heb ik ook ervaren als een persoonlijke impasse. Aan het eind van mijn studie viel ik na jaren van activisme in een zwart gat. De grote verhalen waar ik in geloof(de) sloten niet aan bij de praktijk. Er zat geen schot in: de succesjes waren miniem en daar stonden ontelbare nederlagen tegenover. Bovendien, wat schoot ik er mee op? En dat activisme wat ik gewend was, viel al helemaal niet te combineren met een fulltime baan. Wat volgde was een tijd van bezinning en inactiviteit. En, uiteindelijk, een nieuw project.
Maar laat ik het wat breder maken dan mijn persoonlijke situatie. Een belangrijke kern van het probleem is idealisme, in de filosofische zin van het woord. We zitten gevangen in grote verhalen die niet aansluiten bij de praktijk. Zo goed als altijd spitsen onze analyses zich toe op punten waar we niks mee kunnen. Wat betreft de geschiedenis, gaat het om momenten waaruit we geen praktische lessen kunnen trekken voor het huidige. We leven niet in het Frankrijk van 1968, het Rusland van 1917 of het Spanje van 1936. En gelukkig is het ook (nog) niet het Duitsland van 1933. Zelfs de massale rellen van de jaren ‘80, en ook Seattle en Genua zijn alweer lang geleden.
Wanneer we dan over het nu spreken, hebben we het over gebeurtenissen en processen waar we gezien de huidige stand van zaken onmogelijk invloed op kunnen hebben. We houden nu geen oorlogen tegen, en ook geen bezuinigingen. En dat valt zeker niet alleen te wijten aan de aantallen op demonstraties, zoals de Irak-oorlog ook al weer lang geleden liet zien. Of aan het ‘radicalisme’ van de tactieken, zoals we zagen in Griekenland. Tenslotte ontbreekt het ons aan de manieren de concrete weg van hier naar daar voor te stellen, wanneer we een beeld van de (betere) toekomst schetsen. De cynische waarheid is bovendien dat, ondanks onze uitspraken van het tegendeel, er inderdaad geen alternatief ís. Dat bestaat alleen maar in onze dromen en onze retoriek.
Maar valt er een manier te verzinnen waarop we, zo kleinschalig als we zijn, op scenario’s als 1968, 1917, 1936 en 1933 kunnen voorbereiden? En op geheel andere? Waar kunnen we wél invloed op hebben? En hoe kunnen we dat zo doen dat onze invloed groeit? Hoe kunnen we laten zien, voelen en horen dat een andere wereld mogelijk is? Haar zoveel mogelijk al te laten bestaan, en haar stap voor stap dichterbij brengen?
De verleiding is groot om op zoek te gaan naar een beter idealisme, maar betere ‘ver-van-ons-bed’-verhalen gaan ons niet verder helpen. In plaats daarvan moeten we onze eigen verhalen schrijven. Eigen verhalen, niet alleen omdat we ze zelf schrijven, maar omdat ze beginnen vanaf het begin. Zowel in de tijd als de fysieke en sociale ruimte: hier en nu, vanuit jezelf en je politieke en/of vriendengroepje. Verhalen die met beide handen alles aangrijpen wat invloed heeft of kan hebben, te beginnen met onze lichamen en onze materiële omstandigheden. Invloed op wat dan ook. Zolang het maar in de juiste richting is, op een manier waarvan duidelijk is hoe het zichzelf kan versterken. Want waar kunnen we anders beginnen dan waar we zijn? En hoe kunnen we komen waar we willen zijn, als we geen manier hebben om er te komen?
Als we het zo bekijken kunnen we nu alleen maar in bescheiden projecten denken, en de dynamieken die we daarmee (proberen te) ontketenen. Bescheiden, gelet op de menskracht die we hebben. Maar ons ook bewust van de kracht die we daardoor wel degelijk hebben in de fysieke en sociale ruimte om ons heen. Projecten, omdat het niet gaat om het doen van één zet maar een hele reeks. In een schaakspel, waar de naam 2dh5 naar verwijst, denk je immers ook vooruit. Dynamieken, omdat we de huidige situatie proberen te ontstijgen. Omdat we verder willen komen, uit de impasse willen breken. En dit alles om over enige tijd nieuwe projecten te kunnen initiëren, die wat minder bescheiden zijn en grotere dynamieken aanjagen. Gesteund door praktische ervaringen, onze analyses daarvan, een wat gunstigere situatie en bovenal de kracht van de projecten die we hebben opgebouwd.
Daarbij is het ook een essentiële voorwaarde dat mensen praktisch nut ondervinden van het project. Als je ergens energie in steekt, moet het toch minstens evenveel energie terug geven. Of op zijn minst moet de hoeveelheid energie die je eraan uitgeeft rechtvaardigbaar zijn, in het licht van het resultaat ervan. En niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. Dat helpt natuurlijk om jezelf en anderen mee te laten (blijven) doen. En het is essentieel om één of meerdere ideeën/praktijken achter het project verder te verspreiden. Naast dat het een belangrijk onderdeel is van wat we ermee willen bereiken, draagt het praktische nut dus ook bij aan het aanjagen van de dynamieken die we willen ontketenen.
Dat dit alles iets is van de zeer lange adem moge duidelijk zijn. We moeten dan ook nadenken over hoe we dit soort projecten langdurig en duurzaam kunnen volhouden. Continuïteit garanderen, zonder een burn-out te krijgen. Stappen vooruit zetten, zonder uitgeput te raken. En bovendien, hoe we die projecten combineren met de rest van ons leven. Dit veronderstelt een tempo dat lager ligt dan in ieder geval de campagnes die ik zelf gewend ben, maar die ook langer aanhouden en gelijkmatiger zijn.
Wat is dan dat nieuwe project waar ik eerder naar verwees? Voor mij is dat Vloerwerk . Het gaat mij er niet om je te overtuigen exact hetzelfde te doen. Het gaat mij hier om de methode, om de manier van denken en doen. Ten eerste is dat beginnen vanuit jezelf en je directe omgeving. Vervolgens kijken waarop je, vanuit die concrete situatie, invloed kan uitoefenen. Daarin een manier van doen vinden, die zichzelf kan versterken. Wat ons dwingt bescheiden te zijn, en in projecten en dynamieken te denken. Bewust van de kracht die we wél hebben, zodat we van impasse tot beweging kunnen komen.
Noot[*] Naar aanleiding van het 2dh5-festival van 2016 in Maastricht kwamen organisatoren en deelnemers tot de conclusie dat deze festivals niet meer bij machte leken te zijn om de antiautoritaire bewegingen verder op te stuwen. Besloten werd dit jaar op 22 januari een interne conferentie met betrokken groepen te houden, waarin deze impasse aan de orde zou worden gesteld met de vraag hoe nu verder met 2dh5? Daarvóór daagde het organisatiecomité bij wijze van een enquête groepen en individuen uit alternatieven voor te stellen, waarbij ook werd gezinspeeld op de toenemende verrechtsing van de samenleving. Vanuit de Vrije Bond kwamen verschillende antwoorden. Dylan zond het zijne als bijdrage voor het themagedeelte van dit blad. [noot van de redactie]