Autonome sportclubs, die veelal vechtsporttrainingen organiseren, zijn in Europa aan een opmars bezig. In dit artikel schets ik een beeld van de bestaande initiatieven en evenementen. Waar kun je in Nederland en België terecht voor een potje solidair sparren? En wat zijn belangrijke principes voor degenen die zich hiermee bezig houden?
Red Gloves
Er klinkt een daverend applaus wanneer beide vechters, een man en een vrouw, de ring in klimmen en het publiek groeten. De scheidsrechter overloopt nog even de regels die de twee onderling hebben afgesproken voor deze kickbokswedstrijd. De vechters groeten elkaar. De eerste ronde begint.
Beide vechters proberen eerst in te schatten hoe hun tegenstander te werk gaat. Ze cirkelen om elkaar heen, geven relatief eenvoudige combinaties, zorgen ervoor dat hun slagen gevolgd worden door één of meerdere kicks. De tweede ronde is heel anders van aard. De klappen worden harder, beide partijen laten nu hun eigen stijl zien en proberen iedere opening te benutten. In het heetst van de strijd raakt de één de ander vol op haar hoofd. Ze valt – nog net bij bewustzijn maar niet meer in staat om te blijven staan – plat op de grond. Het publiek, dat aan het einde van de eerste ronde net nog uitbundig applaudisseerde, is nu muisstil. Iedereen kijkt geschrokken naar de ring waarin de scheidsrechter, een arts én haar tegenstander zich nu over de vechter buigen. Na een tiental seconden – die voor het publiek wel een eeuwigheid lijken te duren – steekt ze als teken van leven haar wijs- en middelvinger gespreid in de lucht. De ontlading in de zaal is onmiddellijk voelbaar: mensen applaudisseren, juichen en lachen elkaar opgelucht toe.
Deze opvallende gebeurtenis vond dit voorjaar plaats op een antifascistisch vechtsporttoernooi in Wenen. Een kort fragment van die dag laat al zien dat het er heel anders aan toe ging dan de op meeste vechtsporttoernooien. Er vonden gemengde gevechten plaats waarbij er niet alleen rekening gehouden werd met het gewicht van de deelnemers, maar ook met hun ervaring. Het publiek moedigde iedereen aan om het beste van henzelf te geven, maar wilde duidelijk dat het bij een technische wedstrijd bleef. Van een machosfeer was niets te merken.
Aan de muren hingen banners met de namen van clubs uit heel Europa: Red Gloves, Partizan, Left Hook, en de Duitse variant Rote Ecke. De honderden toeschouwers, waaronder een zestigtal deelnemers, waren afkomstig uit Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Nederland, Wit-Rusland, België en Griekenland. Ze wisselden flyers uit voor aankomende evenementen en verspreidden stickers die waarschuwen voor fascistische vechtsportorganisaties en -merken.[1] De Europese scene van autonome sportorganisaties is duidelijk erg levendig. Wat brengt al deze mensen ertoe om politiek en (vecht)sport met elkaar te verbinden?
De waarden van autonome gyms
Hoewel autonome en antifascistische sportclubs over heel Europa erg van elkaar kunnen verschillen, geven ze allemaal dezelfde betekenis aan het woord ‘autonoom’: horizontale zelforganisatie waarbij iedereen die komt trainen betrokken is. Mensen beginnen samen te sporten omdat ze merken dat daar nood aan is. Zo omschrijven sporters uit Leuven zichzelf als ‘gewoon een groep mensen die het gebrek aan betaalbare sport heeft opgelost door het zelf te organiseren’. Zoals bij de meeste organisaties die ik contacteerde, werken zij met een vrijwillige bijdrage met als richtprijs de zaalhuur voor die avond gedeeld door het aantal aanwezigen. Beginners die nog geen eigen materiaal hebben, kunnen zo lang als ze willen handschoenen en scheenbeschermers lenen. Zo is er voor niemand een financiële drempel.
Commerciële sportclubs zijn soms niet alleen ontoegankelijk voor sommigen door hun prijskaartje, maar ook door de sfeer die er nog te vaak heerst. Steven, een van de initiatiefnemers van de Van Monck Autonomous Gym in Gent, omschrijft die sfeer als volgt: ‘Onze ervaring is dat er in veel commerciële gyms enerzijds sprake is van een consumentenrol die wordt opgedrongen aan deelnemers. Anderzijds wordt er veel meer aandacht gegeven aan de toptalenten binnen de club, die dan vaak op bijna-exclusieve aandacht van de trainer mogen rekenen.’ [2]
De Van Monck in Gent is momenteel waarschijnlijk de meest ontwikkelde autonome gym in het Nederlandse taalgebied. Ze is ontstaan uit een groepje mensen dat in 2013 samen besloot te gaan trainen in een kraakpand in de Gentse Désiré Van Monckhovenstraat. Naast kickboksen begonnen ze later ook met Engelse boks en werd de groep enthousiastelingen steeds groter. Het plaatsgebrek dat daardoor ontstond, gecombineerd met ‘problemen met het plafond dat op regelmatige tijdstippen wou kennismaken met de vloer’ zorgde ervoor dat de club een ander onderkomen zocht. Sinds 2017 worden er meerdere trainingen per week gegeven in ‘De Koer’, een groot, oud socialistisch buurtcentrum dat voor dertig jaar in erfpacht gegeven werd aan een groep buurtbewoners. Op dinsdagen zijn er lessen kickboksen voor beginners en ‘iets minder beginners’, op donderdagen kan iedereen zich bekwamen in het Engels boksen.[3]
De formulering ‘iets minder beginners’ in plaats van een rigide opdeling in niveaus, zegt veel
De formulering ‘iets minder beginners’ in plaats van een rigide opdeling in niveaus, zegt veel. In autonome clubs ligt de nadruk op ieders persoonlijke ontwikkeling, niet op een vergelijking van het aantal gekende combinaties en speciale technieken, en al helemaal niet op een vergelijking van kracht. ‘Begrip en communicatie staan centraal’, zegt Evi, die al enkele jaren sport in Leuven. ‘Omdat iedereen met plezier moet kunnen sporten, wordt er niet gepusht en wordt er gekeken naar ieders mogelijkheden.’ Ook bij de Van Monck in Gent denken ze er zo over, zo blijkt uit hun informatieflyer: ‘Je inzet en enthousiasme tijdens de training zijn belangrijk, je fysieke conditie niet.’ Wie push-ups op zijn knieën wil doen, wordt niet raar aangekeken. Als er in Leuven aan het einde van een training wordt gespard, wordt altijd duidelijk gemaakt dat je zelf kiest of je daaraan deelneemt.
De afwezigheid van elke vorm van hiërarchie en consumentisme houdt ook in dat het voortbestaan van de club en het verloop van een training steeds de gedeelde verantwoordelijkheid van de hele groep zijn. Iedereen is vrijwilliger. Wie relevante ervaring heeft opgebouwd, kan een training geven. Anderen kunnen bijvoorbeeld de oefeningen voor de warming-up verzinnen. Ook beginners worden aangemoedigd om aan te geven welke oefeningen ze zinvol vinden en waar ze mogelijkheden tot verbetering zien.
Ten slotte hechten autonome clubs veel belang aan waarden als zorgzaamheid, solidariteit en respect. In de trainingen kan dit op verschillende manieren tot uiting komen. Door de sporters bijvoorbeeld regelmatig van partner te laten wisselen, leren ze hun handelen af te stemmen op de capaciteiten van de persoon tegenover hen. Iedereen wordt aangemoedigd om het aan te geven wanneer ze pijn hebben of zich oncomfortabel voelen; de trainer kan dit bijvoorbeeld doen door tijdens de uitleg van de oefening duidelijk te maken waar je op moet letten om de ander niet (teveel) te bezeren. Autoritair gedrag, seksisme, homofobie en racisme worden niet getolereerd. Dat niet iedereen dit waardenpakket even groot wil maken, bespreek ik verderop nog, maar het staat vast dat een erkenning van de gelijkwaardigheid van deelnemers en respect voor iedere mens, ieder dier en ons leefmilieu een gemeenschappelijke basis vormen voor alle autonome clubs.
Waarom zulke agressieve sporten en niet voetbal en hedendaagse dans?
Waarom vechtsport?
Ik kan me voorstellen dat sommige lezers steeds ongeduldiger worden, aangezien ze zich afvragen: ‘Waarom vechtsport?’ Antifascistische of autonome sportclubs bieden vaak trainingen aan in Engelse boks (enkel vuisten), kickboks of muay thai (een Thaise vorm van kickboks waarin onder andere sweeps, knieën en ellebogen toegestaan zijn). Waarom zulke agressieve sporten en niet, om maar wat te noemen, voetbal en hedendaagse dans?
Vooral in clubs in Zuid-Europa, is het antwoord op deze vraag uitgesproken antifascistisch: mensen willen een vechtsport beheersen om zichzelf en anderen te kunnen verdedigen tegen opkomende fascistische (straat)bewegingen als Gouden Dageraad in Griekenland en CasaPound in Italië. Zulke bewegingen hebben knokploegen die onder anderen migranten aanvallen. In een artikel over antifascistische boksclubs in Thessaloniki, Griekenland, worden er geen doekjes om gewonden: ‘het Griekse antifascisme ontstond uit de destructie die werd veroorzaakt door fascisme – als een gewelddadig antigif ter bestrijding van radicaal autoritarisme’.[4] Vechtsport is een onderdeel van dat antifascisme, want ‘iedereen zou voorbereid moeten zijn om zichzelf of zijn familie te kunnen verdedigen tegen een aanval van fascisten’.
Welke sporten beoefend worden, hangt dus deels af van de situatie in je stad of regio. In landen waar fascisten met messen op straat komen, is men meer bezig met sporten als Krav Maga, Silat en Escrima. In Nederland en België beoefent men vooral ongewapende sporten waarbij de nadruk meer op het sporten dan op de verdediging ligt. In Nederland is er bovendien iets minder behoefte aan autonome clubs dan in bijvoorbeeld België, omdat er ook redelijk wat commerciële clubs zijn waar een goede sfeer heerst. Maar hoewel openlijk fascistisch geweld hier minder voorkomt, bestaat het helaas wel. Ook in de Lage Landen kan dat voor sommigen een motivatie zijn om een vechtsport te gaan beoefenen. Peter uit Leuven ziet hoe de maatschappij steeds harder en rechtser begint te worden. ‘Daarom wil ik graag voorbereid zijn om mijn gezin, familie en vrienden te helpen verdedigen. Maar ik hoop natuurlijk dat dat nooit nodig zal zijn.’
Een slogan als ‘training for the struggle’ krijgt zo een wel heel letterlijke betekenis. Maar velen zien het beoefenen van vechtsporten eerder als een manier om zelfvertrouwen te kweken en daarmee indirect aan een betere samenleving te werken. Je fysieke conditie zien verbeteren, werken aan je balans zodat je daadwerkelijk steviger in je schoenen staat, en merken dat je reactievermogen steeds sneller wordt: het zijn allemaal ervaringen die enorm kunnen bijdragen aan je zelfvertrouwen.
Ellen is net begonnen met trainen in Leuven en heeft een duidelijke motivatie om in een groep gelijkgestemden te leren kickboksen. ‘Met het oog op mijn emotionele autonomie vind ik het heel belangrijk om sterker te worden. Maar net zo belangrijk vind ik het idee om sterker te worden als groep, als collectief. Bij de oefeningen in de training gaat het erom dat we leren hoe we kunnen geven en ontvangen, niet zozeer om hoe we iemand knock-out kunnen slaan.’ Vechtsporten geven daarom niet alleen zelfvertrouwen; ze zijn ook onlosmakelijk verbonden met vertrouwen hebben in elkaar: in de trainer, in je trainingsmaatje, in je sparring partner. Als dat vertrouwen ontstaat, creëer je een hechte groep van mensen die weten wat ze aan elkaar hebben. Dat kan volgens Steven ook een voordeel zijn als de groep wil deelnemen aan manifestaties: ‘je weet dan beter hoe je bij acties rekening moet houden met elkaar en je kunt beter omgaan met agressie van anderen zonder daar zelf in terug te vallen’. Een concreet voorbeeld bij dit alles: een minuutje lang precies hard genoeg op elkaars buikspieren slaan, kan verbindend werken.
De toekomst: praktische aspecten, waarden en openheid
En dat samen afzien, samen zweten, klagen over spierpijn en ontelbare blauwe plekken slaat enorm aan. Dat blijkt wel uit het steeds grotere aantal autonome vechtsportweekends en -toernooien. In België begon Van Monck enkele jaren geleden met de organisatie van weekends met workshops in allerlei (vecht)sporten: van kickboks tot Krav Maga en van pilates tot Systema. Zulke weekends vinden nu meerdere keren per jaar plaats in België en zijn ook toegankelijk voor beginners. Om nog maar eens een idee te geven van het internationale karakter van de antifascistische vechtsportwereld: op het laatste weekend in Gent waren mensen uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Polen en Spanje aanwezig. De organisatoren van het Red Gloves toernooi in Wenen waren ook overrompeld door de opkomst en de aanmeldingen van vechters, waardoor ze een aantal gevechten moesten annuleren. Gelukkig kunnen enthousiastelingen dit jaar ook nog naar autonome toernooien in onder andere Potsdam, Brighton en Poznan.
De snelle groei van de autonome vechtsport roept vragen op over de toekomst. Die zijn soms heel praktisch: het is niet altijd even gemakkelijk om geschikte en betaalbare trainingslocaties te vinden. En hoewel boksen een relatief goedkope sport is, kost het ook nog wel wat om trainingspads, matten en bokszakken aan te schaffen. Verder halen initiatiefnemers aan dat er altijd gewaakt moet blijven worden voor de gedeelde verantwoordelijkheid die zo essentieel is voor autonome organisaties. ‘We willen niet dat de verantwoordelijkheid teveel op één persoon komt te liggen, waardoor diegene de ruimte moet regelen en betalen, alles moet klaarzetten, en ook nog een training moet voorbereiden en geven’, aldus Evi. ‘Iedereen is in principe vrijwilliger, en bij ons loopt dat tot nu toe ook wel goed, maar ik kan me andere situaties inbeelden.’ Een mogelijke oplossing om in ieder geval diversiteit in de trainingen te verzekeren, is om een rouleersysteem voor trainers op te starten. Zo kan iedereen met de nodige ervaring een training geven met zijn of haar favoriete oefeningen en technieken.
Verder blijft het belangrijk voor clubs om na te denken over hun visie op het verband tussen hun sportactiviteiten en politiek. Is een label ‘autonoom’, ‘antifascistisch’ of ‘anarchistisch’, met de aanklevende nadelen (moeilijk kunnen samenwerken met andere organisaties, in de gaten gehouden worden door extreemrechts en/of politie), wel nodig en wenselijk? Zijn waarden als toegankelijkheid en gelijkwaardigheid niet gewoon vanzelfsprekend? Maar als je die waarden niet uitspreekt, hoe garandeer je dan dat iedereen die mee komt trainen ze wel onderschrijft? Zomaar wat vragen waarover men in autonome groepen van mening kan verschillen.
Gerelateerd hieraan is de vraag wie precies het doelpubliek van autonome gyms vormen. Aan de ene kant staan de clubs die daarop antwoorden dat ze vooral een veilige plaats willen zijn voor de versterking van de beweging zelf, waardoor ze redelijk gesloten zijn en niet gauw buitenstaanders uitnodigen voor trainingen. Aan de andere kant zijn er clubs die juist uit het bekende autonome circuit willen breken om nieuwe mensen aan te spreken. Mensen die misschien niet eens met politiek bezig zijn, maar gewoon behoefte hebben aan sport in een relaxte sfeer. Bij de grote sportorganisatie Palestre Populari in Rome kiest men ervoor om de gyms open te houden voor de stad.[5] En als de stad de autonome plaatsen niet weet te vinden, dan moeten de trainingen maar meer naar de stad komen: workshops geven op festivals of eens trainen in de buitenlucht zijn daar mogelijkheden voor.
Pretty damn awesome
Autonome vechtsportclubs lijken een mooi voorbeeld van hoe anarchistische idealen, of waarden die niet specifiek anarchistisch, maar wel zeker nastrevenswaardig zijn, in de praktijk kunnen worden gebracht. Uit de snelle groei van het aantal organisaties in Europa, kan men afleiden dat er veel behoefte is aan initiatieven voor betaalbare, toegankelijke sport én dat daar ook op ingespeeld wordt. En dat is, zoals Evi uit Leuven zegt, pretty damn awesome!
Ben je na het lezen van dit artikel (bijna) net zo enthousiast als ik? Kijk dan eens rond in je omgeving of er al ergens samen gesport wordt. Is dat niet het geval, en heb je ervaring met een bepaalde sport die je met anderen wilt delen? Begin dan gewoon zelf! Na de training kun je dan, moe maar voldaan, praten over de bijdrage die jullie club/organisatie/vriendengroep kan leveren aan jullie gemeenschap.
door Emma
Noten
- Meer informatie over het initiatief ‘Runter von der Matte’ staat op runtervondermatte.noblogs.org.
- De namen in dit artikel zijn gefingeerd.
- Wie meer wil weten over de Van Monck of mee wil trainen, kan terecht op vanmonckautonomousgym.squat.net.
- Karim Zidan, ‘Fighting Fascism: The gym owner behind Greece’s anti-fascist fight club’, 24 januari 2018, op www.bloodyelbow.com.
- Brighton Anti-Fascists, ‘Another vision of sport: Palestre Populari in Italy, an interview with CoNaSP red gym trainers’, 31 maart 2018, op libcom.org.