Naast fossiele brandstof- en energiebedrijven zijn er meer sectoren die veel bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. En landbouw is hierbij een belangrijke. Tussen de 44 en 55 procent van de uitstoot heeft te maken met de voedselketen. Daarnaast is voedsel een eerste levensbehoefte en zijn wereldwijd miljarden mensen voor hun bestaanszekerheid afhankelijk van de landbouw. Voor ASEED was dit een reden om te gaan focussen op dit onderwerp, de Fossil Free Agriculture-campagne te beginnen en dit jaar kunstmestfabrikant Yara als tegenstander te kiezen.
De afgelopen decennia is er al veel actie gevoerd tegen klimaatverandering, tijdens VN-toppen, bij vervuilende bedrijven en bij overheden. Massale acties van onder andere Ende Gelände en Code Rood tegen de winning van fossiele brandstoffen hebben veel mensen geïnspireerd en gemobiliseerd. Al die actie en aandacht heeft ervoor gezorgd dat het onderwerp steeds hoger op de politieke en maatschappelijke agenda is komen te staan en er door regeringen zowaar maatregelen worden genomen. In Europa is het sluiten van kolencentrales inmiddels een serieuze optie.
Dit
gaat echter nog steeds niet snel genoeg. De toename van groene
energie is lager dan de toename van het totale energiegebruik. Er is
veel wishful thinking bij politici, beleidsmakers en bedrijven.
Vervuilende activiteiten worden niet stopgezet en het is nog steeds
niet ‘de vervuiler betaalt’. De lasten komen juist vaak terecht
bij mensen die toch al in de hoek zitten waar de klappen vallen. En
dit levert dan weer een tegenreactie op van mensen die protesteren
voor goedkope diesel, tegen hoge energierekeningen en tegen
klimaatbeleid in het algemeen. De hoogste tijd dus voor climate
justice, oftewel
klimaatrechtvaardigheid.
Er is de afgelopen jaren terecht veel aandacht uitgegaan naar de winning van steen- en bruinkool voor de elektriciteitsproductie. Er zijn echter meer sectoren die veel bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. En landbouw is hierbij een belangrijke. Tussen de 44 en 55 procent van de uitstoot heeft te maken met de voedselketen. Daarnaast is voedsel een eerste levensbehoefte en zijn wereldwijd miljarden mensen voor hun bestaanszekerheid afhankelijk van de landbouw. Voor ASEED was dit een reden om te gaan focussen op dit onderwerp, de Fossil Free Agriculture-campagne te beginnen en dit jaar kunstmestfabrikant Yara als tegenstander te kiezen.
Landbouw
en klimaatverandering
Van
de 44 tot 55 procent die de voedselketen bijdraagt aan
klimaatverandering wordt een belangrijk deel veroorzaakt door de
landbouw zelf. Een grote ‘boosdoener’ hierbij is de veeteelt (met
name herkauwers zoals koeien) maar ook de productie van rijst op
paddy
fields
(ondergelopen velden) zorgt voor veel methaanemissie.
Een
nog grotere hoeveelheid broeikasgassen wordt veroorzaakt door het
omzetten van bossen en moerasgebieden in landbouwgrond. Dit gebeurt
vooral om te kunnen voldoen aan de steeds grotere vraag naar veevoer
en vlees. Ook het verwerken en verpakken van voedsel kost veel
energie en grondstoffen, en draagt zo bij aan de uitstoot. Overige
uitstotende categorieën zijn verspilling, transport en koeling.
Het
gaat hierbij om alle voedselproductie en alle landbouw. Er zijn
echter grote verschillen tussen kleinschalige en grootschalige
landbouw, tussen veeteelt, akkerbouw en tuinbouw, tussen landbouw in
westerse landen en in de ‘Global South’. Elke boer werkt anders.
Toch valt wel te stellen dat de grootste problemen worden veroorzaakt
door de industriële landbouw. Deze wordt gekenmerkt door
specialisatie, centralisatie, mechanisatie en het massale gebruik van
kunstmest en pesticide. Het gaat om monocultuur, dat wil zeggen
velden met één gewas. Er wordt een relatief klein aantal
gestandaardiseerde gewassen geproduceerd voor de (wereld-)markt. Er
valt overigens geen duidelijke grens te trekken tussen wat
industrieel is en wat niet. Zo kan een groot bedrijf zich ook best op
meerdere soorten gewassen en delen van de keten toeleggen en ook
biologische landbouw kan best op een industriële wijze plaatsvinden
en op de wereldmarkt zijn gericht.
Kleine boeren voeden met dertig procent van de landbouwgrond zeventig procent van de mensen
Hoewel de industrie en lobby van grote boeren anders beweren, is de industriële landbouw niet efficiënt en niet noodzakelijk om de wereldbevolking te voeden. Zowel in zuidelijke landen als in de meeste EU-landen is de productie per hectare bij kleine boeren groter dan bij grote boeren. De onderzoeksgroep ETC Group komt tot de conclusie dat de industriële landbouw met zeventig procent van de landbouwgrond dertig procent van de wereldbevolking voedt terwijl kleine boeren met dertig procent van het land zeventig procent van de mensen voeden.
Industriële landbouw?! Sla terug!
Marktconcentratie
in de landbouw
Er
zijn nog steeds een paar miljard boeren op de wereld en consumenten
zijn er nog meer. In de voedselketen daartussen heeft zich echter een
sterkte concentratie voorgedaan. In onderstaande figuur vind je per
sector het marktaandeel van de grootste vijf bedrijven.
Daar
moet je nog bij bedenken dat er ook verticale monopolisering
plaatsvindt; bedrijven worden actief in meerdere sectoren. De
combinatie van pesticide en zaaigoed is populair (Bayer-Monsanto,
Syngenta, Dow-Dupont), granen- en veevoerhandelaar Cargill is nu ook
een grote vleesproducent, tractorproducenten zetten vol in op het
verzamelen van data van boeren (GPS, gebruik zaden, kunstmest en
pesticide, weersomstandigheden en oogsten), groothandels nemen er ook
een winkelketen bij.
Waarom
is deze marktconcentratie een probleem? Het zorgt voor een ongelijke
machtsverhouding tussen boeren en deze grote bedrijven. Hierbij
kunnen diverse mechanismen een rol spelen: patenten, contracten,
schulden. Of de handelaar controleert het transport en de opslag. Al
snel kan een boer niet zonder de producten van één van die grote
bedrijven, terwijl de bedrijven zonder probleem de ene boer kan
inwisselen voor de ander. ‘Vind
je dat je te weinig krijgt voor je oogst? Jammer voor je.’
Het internationale netwerk La Via Campesina zet zich al jaren in voor
de positie van kleine boeren. Hierbij wordt de sociale strijd en de
strijd tegen klimaatverandering goed gecombineerd. Toekomstboeren is
het Nederlandse lid. Er is geen Vlaamse organisatie aangesloten bij
LVC, wel drie Waalse organisaties waaronder het Mouvement d’Action
Paysanne.
Kunstmest
Zoals
hierboven al bleek dragen de dierindustrie en ontbossing veel bij aan
de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Maar in dit artikel en in
de campagne leggen we de focus op de productie en het gebruik van
kunstmest, ook wel synthetische mest genoemd.
Wereldwijd
wordt drie tot vijf procent van het aardgas gebruikt voor de
productie van kunstmest. Een derde van het gas wordt gebruik als
energie voor het proces, twee derde fungeert als grondstof voor de
stikstof. In Nederland zijn de kunstmestfabrieken van Yara en
OCI-Nitrogen, Rosier en ICL-fertilizers grote afnemers van gas. In
Europa is Nederland na Duitsland de grootste producent van kunstmest.
Om de beschikbaarheid van voldoende goedkoop gas te garanderen zijn
de grote kunstmestbedrijven zeer actief in de lobby voor het
controversiële fracken van schaliegas.
Kunstmest
bestaat uit meer dan stikstof alleen. Vaak heeft men het over NPK,
met naast stikstof (Nitrogen) ook fosfor (Phosphorus) en kalium. De
winning van deze twee elementen draagt minder bij aan
klimaatverandering. Het gaat echter wel om eindige grondstoffen. Een
groot deel van de gewonnen fosfor komt uit de Westelijke Sahara, een
gebied dat al decennia door Marokko bezet wordt gehouden.
Ook
het gebruik van kunstmest draagt veel bij aan de uitstoot van
broeikasgassen. De NPK en misschien nog een paar stoffen worden aan
de bodem toegevoegd. Door het oogsten van de gewassen, maar ook door
erosie en uitspoeling verdwijnen echter veel meer stoffen uit de
bodem. Het organische stofgehalte daalt en de vruchtbare humuslaag
wordt steeds dunner. Daarnaast is het gebruik van kunstmest, zeker in
combinatie met het teveel bewerken van de bodem, funest voor het
bodemleven. Dit is niet alleen slecht voor het behoud van de
broodnodige vruchtbare landbouwgrond, ook komt zo veel van de in de
bodem opgeslagen CO2 in de atmosfeer.
Het
toedienen van stikstofkunstmest zorgt er ook voor dat veel lachgas
(N2O) vrij komt. Als broeikasgas is deze stof ruim 250 keer sterker
dan CO2.
Het gebruik van kunstmest is verslavend te noemen
Het
gebruik van kunstmest is verslavend te noemen: in eerste instantie
kun je de opbrengst verhogen maar door het verslechteren van de bodem
heb je steeds meer nodig om hetzelfde effect te verkrijgen en hier
kun je niet eindeloos mee doorgaan.
De
kunstmestsector probeert van alles om van het slechte imago af te
komen. De kleine verbeteringen worden breed uitgemeten. De
kunstmestbedrijven zijn de drijvende krachten in de Global Alliance
for Climate Smart Agriculture. Climate
smart
klinkt natuurlijk mooi, maar er is bewust voor gekozen deze term niet
te definiëren. Een nieuwe manier van bemesten die iets minder slecht
is, maar waarschijnlijk wel duurder, kan hierbij mooi als
klimaatvriendelijk worden aangeprezen. Smart zijn ze wel.
De
industriële landbouw met haar monoculturen is alleen mogelijk met
het gebruik van kunstmest. Een strijd tegen het gebruik van kunstmest
is indirect dus ook een strijd tegen de industriële landbouw en zijn
vele andere uitwassen.
De
alternatieven
In
de industriële landbouw wordt geprobeerd om met kunstmest het aanbod
van nutriënten in de bodem te optimaliseren voor een paar
gestandaardiseerde gewassen. Een duurzame landbouw werkt precies
omgekeerd: de gewassen en werkwijze worden aangepast aan de lokale
grondsoort en klimatologische omstandigheden, maar ook aan lokale
wensen en gebruiken. Zo’n kleinschalige landbouw met een hoge
agrarische biodiversiteit is robuuster en zal zich beter kunnen
aanpassen aan een veranderend klimaat.
Dit
betekent uiteraard niet dat het bemesten van de grond niet nodig is.
De stoffen die je er met de oogst afhaalt zullen weer terug moeten
komen, en liefst wat meer. Dit kan bijvoorbeeld met compost of met
gewassen die meststoffen produceren (groenbemesters). Het opbouwen
van de humuslaag zorgt niet alleen voor een gezonde bodem die
gewassen weerbaar maakt tegen droogte of juist natte perioden, het is
gelijk een manier om CO2 vanuit de lucht in de bodem op te slaan en
zo klimaatverandering tegen te gaan. Het is cruciaal te kiezen voor
landbouwmethoden die de bodem verbeteren in plaats van afbreken. Ook
over twintig of vijftig jaar hebben we dezelfde grond nog nodig om
voedsel te kunnen verbouwen. Ook de gecertificeerde biologische
landbouw is in veel gevallen nog verre van ideaal, maar in elk geval
maakt die geen gebruik van kunstmest en pesticiden.
Er
zijn meerdere manieren om de bodem te verbeteren en een humuslaag op
te bouwen. Het is belangrijk af te zien van kerende grondbewerking
zoals ploegen. Laat de bodem zoveel mogelijk met rust, bijvoorbeeld
door het gebruik van vaste bedden. Ook het gebruik van meerjarige
gewassen en ‘agroforestry’ dragen bij aan een oplossing. De meest
duurzame vorm van voedselproductie is uiteindelijk een voedselbos.
Hiermee kan per hectare voldoende worden geproduceerd maar het
betekent wel dat we over zullen moeten schakelen naar een ander
dieet.
Dit zijn allemaal geen nieuwe ideeën. Onder andere La Via Campesina noemt het verdedigen en stimuleren van de kleinschalige landbouw al jaren de beste manier om iets tegen klimaatverandering te doen. In 2010 publiceerden ze het rapport Small Scale Sustainable Farmers Are Cooling Down The Earth. Recentere data zijn te vinden in het in 2018 verschenen rapport Radical Realism for Climate Justice. Op de website van ASEED staat een serie succesvolle agro-ecologische voorbeeldprojecten.
Maar
houden al deze alternatieven niet in dat grote machines en pesticiden
worden vervangen door handarbeid? En dat voedsel dus duurder wordt?
Ja, duurzaam en verantwoord voedsel zal meer kosten dan het aanbod
dat je nu in de supermarkt kunt vinden. Bedenk echter dat veel kosten
nu buiten beschouwing worden gelaten. Het uitputten van grondstoffen,
de uitstoot van broeikasgassen, daar zullen we in de toekomst een
prijs voor moeten betalen. En de uitgebuite kleine boeren en
landarbeiders betalen nu al de prijs voor bonusaanbiedingen en
laagste-prijsgarantie in de Albert Heijn en Jumbo. Nergens wordt zo’n
klein deel van het inkomen aan voedsel uitgegeven als in Nederland:
elf procent. Natuurlijk is het voor mensen met een laag inkomen
lastig om te kiezen voor verantwoorde producten, maar laat de
inkomensongelijkheid een motivatie zijn voor klassenstrijd en schuif
de problemen niet door naar anderen.
Een
landbouw met minder grote machines is ook minder kapitaalintensief.
Dit maakt het makkelijker voor nieuwkomers om zonder familiekapitaal
of dure lening boer of tuinder te worden. En er zijn ook in Nederland
voldoende mensen die graag willen bijdragen aan een gezonde en
klimaatneutrale voedselproductie, zolang je ermee in je
levensonderhoud kunt voorzien en het enige bestaanszekerheid geeft.
Een
belangrijk obstakel, zowel in Nederland als elders, is de toegang tot
land. Landhervormingen blijven een belangrijke eis van de
boerenbewegingen.
Yara
Het
Noorse Yara is het op één na grootste kunstmestbedrijf ter wereld
en het grootste als het gaat om de voor het klimaat schadelijke
stikstofkunstmest. In 1905 werd het opgericht als Norsk Hydro, een
bedrijf dat elektriciteit produceerde op basis van waterkracht. Deze
goedkope elektriciteit werd ingezet voor industriële activiteiten.
In 1929 werd te Herøya de eerste grootschalige
stikstofkunstmestfabriek gebouwd. Sindsdien breidde het bedrijf
steeds verder uit met andere kunstmestproducten en vestigingen. Ook
werd een aantal buitenlandse bedrijven gekocht, waaronder de
Nederlandse Stikstof Maatschappij (NSM) te Sluiskil, Windmill te
Vlaardingen en Cofaz in Frankrijk. In 2004 ging de kunstmesttak van
Norsk Hydro als zelfstandig bedrijf naar de beurs onder de naam Yara.
De Noorse overheid is de grootste aandeelhouder, met meer dan een
derde van de aandelen.
Tegenwoordig
telt Yara 15.500 medewerkers en heeft het een jaaromzet van bijna 10
miljard euro. Naast de reeds genoemde productielocaties zijn er nog
fabrieken in Tertre (België), Rostock, Brunsbüttel (Duitsland) en
in nog bijna vijftig landen.
Voor
het verzamelen, analyseren en verkopen van ‘big data’ heeft Yara
in 2017 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Bayer-Monsanto. Om
mee te gaan met de digitalisering van de landbouw heeft het een
platform overgenomen dat boeren adviseert over kunstmestgebruik en
een bedrijf gekocht dat vochtsensoren voor landbouwmachines
produceert.
De
Yara Sluiskil gebruikt jaarlijks 1,5 miljard kubieke meter aardgas,
waarvan een half miljard uit Groningen. Hiermee staat het bedrijf in
de top tien van grootverbruikers. Tussen de elektriciteitsbedrijven
en Tata Steel staat het ook in de top van de uitstoters van
broeikasgassen.
Fossil
Free Agriculture
In
de zomer van 2018 is ASEED begonnen met de campagne Fossil Free
Agriculture. Landbouw is al jaren het onderwerp waar we ons mee bezig
houden en dit wilden we graag koppelen aan klimaatverandering. Het
gebruik van fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas wordt al
ernstig bekritiseerd en het is heel inspirerend om te zien dat het
lukt om duizenden mensen op de been te brengen voor directe acties.
Dat diezelfde fossiele brandstof ook een cruciale rol speelt bij de
huidige landbouw is echter nog onderbelicht. Daar gaan we verandering
in brengen.
Veel
aspecten van de eerdere campagnes rond sojaproductie, megastallen,
biobrandstof, gentech, Monsanto en patenten op zaden komen hierin
weer terug. Uiteindelijk gaat het allemaal om de strijd tussen een
landbouw van onderop, met aandacht voor milieu en diversiteit, die in
eerste instantie produceert voor de lokale bevolking en een
industriële, kapitalistische landbouw met grote bedrijven die
produceert voor de wereldmarkt.
De campagne werkt aan een grote mobilisatie maar ondertussen zijn er ook kleinere acties en wordt gewerkt aan artikelen, stickers en ander materiaal. Om meer mensen bij het onderwerp te betrekken wordt het derde Food Autonomy Festival georganiseerd.
We
proberen nadrukkelijk om met meer mensen samen te werken en iedereen
die wil ook mee te laten denken en beslissen over de voortgang van de
campagne. De campagne is georganiseerd met diverse werkgroepen die
taken of onderdelen op zicht nemen. Zo zijn er onder andere een
researchgroep, een outreach-groep en een actiegroep. Er zijn
maandelijkse open campagnebijeenkomsten voor de afstemming en om
nieuwe mensen de kans te geven zich bij de campagne aan te sluiten.
Deze horizontale structuur werkt tot nu toe goed en heeft
geresulteerd in een groeiende groep enthousiaste activisten en een
goede sfeer.
Als
je geïnteresseerd bent in dit onderwerp en ook iets zou willen
bijdragen aan de campagne kom dan een keer langs bij een open
campagnebijeenkomst. Stuur een emailtje naar ffa@aseed.net
om
te horen waar en wanneer de volgende bijeenkomst plaatsvindt.
Free
the Soil
Free the Soil – 19-25 september 2019 – Save the date!
Gelijktijdig
met het opstarten van de FFA-campagne heeft een groep Deense
klimaatactivisten het initiatief genomen voor Free the Soil. Dit
internationale netwerk, waar ook de Fossil Free Agriculture-campagne
onderdeel van is, wil met directe actie de negatieve gevolgen van de
industriële landbouw onder de aandacht brengen. Ook hierbij ligt de
focus op de productie en het gebruik van kunstmest. Free the Soil
organiseert in september het Agriculture
& Climate-Justice Camp
bij een grote kunstmestfabriek van Yara in de buurt van Hamburg. Er
komt een boeiend inhoudelijk programma, er zullen actietrainingen
worden gegeven en door middel van een massale actie zal de productie
worden stilgelegd. Get
involved in the campaign to smash industrial agriculture! Vanuit
Nederland zullen we bussen regelen naar dit kamp en de actie.
Bronnen
en links
De twee organisaties die op dit gebied goed onderzoekswerk verrichten, en waar we als ASEED veel aan hebben zijn GRAIN en ETC Group. De in dit artikel gebruikte cijfers komen uit onderstaande rapporten van hen en uit een paar andere artikelen (zie grain.org en etcgroup.org).
– GRAIN,
‘The Great Climate Robbery: How the food system drives climate
change and what we can do about it’, 17 november 2015 op
www.grain.org.
– GRAIN, ‘The Exxons of agriculture’, 23 september 2015 op www.grain.org.
– ETC Group, ‘Blocking the Chain – Industrial food chain
concentration, Big Data platforms and food sovereignty solutions’,10
oktober 2018 op www.etcgroup.org.
– ‘La Via Campesina position paper: Small Scale Sustainable Farmers Are Cooling Down The Earth’, 25 maart 2010 op viacampesina.org.
– ‘Radical Realism for Climate Justice’, op www.boell.de.
– ETC Group, ‘Who Will Feed Us? The Industrial Food Chain vs the Peasant Food Web’, 16 oktober 2017 op www.etcgroup.org.
– Universiteit van Wageningen, ‘Dossier Klimaat en Bodem’, op www.wur.nl.