Sinds 2016 heeft de organisatie Erkenbrand zich ontwikkeld tot een klein fenomeen. Zeer extreme denkbeelden, gebracht op intellectuele wijze. Hoogopgeleide leden en een groeiende achterban die zich herkent in het alt-right gedachtegoed van racisme, anti-feminisme en antisemitisme. Met de groeistuipen komen ook de problemen voor Erkenbrand. Er is angst, ruzie en een afsplitsing. Er is echter ook invloed, doorzettingsvermogen en de wens te infiltreren in gevestigde extreemrechtse politieke partijen. Tijd voor een artikel over de nieuwe stand van zaken bij Erkenbrand.
Het is zomer 2016. Erkenbrand roept via een forum haar achterban op voor een bijeenkomst in Utrecht. Op 3 augustus wordt daar gesproken over ‘het organiseren van een gezamenlijke alt-right organisatie voor de Benelux’. Deze organisatie moet een bredere acceptatie van het alt-right gedachtegoed bewerkstelligen. ‘Het maakt niet uit of je meer Nationaal Socialist of Libertariër bent, als je maar een rasrealist bent en je eigen mensen en cultuur wilt behouden’, sluit Erkenbrand de oproep af.
Erkenbrand bestaat op het moment van deze oproep nog geen half jaar en de ambitie spat ervan af. De Benelux-versie van Erkenbrand is nooit van de grond gekomen, maar binnen twee jaar is Erkenbrand een organisatie die voor extreemrechtse maatstaven opvallend grote bijeenkomsten houdt.Voorbeeld: Op 14 oktober 2017 bezochten zo’n 240 mensen een Erkenbrand-conferentie in Rotterdam. Dat is veel voor een extreemrechtse lezing op een geheime locatie.
Erkenbrand verwerft landelijke bekendheid en bouwt binnen de internationale alt-right beweging gezag op. Met het hoogopgeleide kader en dito sympathisanten, een flinke dosis zelfverzekerdheid en verschillende lijntjes naar Forum voor Democratie (FvD) verwerft Erkenbrand ook daadwerkelijk invloed. ‘Onze ideeën zijn uit de marge’, schrijft een Erkenbrand-lid dat eind 2018 terugblikt op de korte geschiedenis van zijn organisatie. ‘Anderen zijn al aan de haal gegaan met ras en IQ’, legt hij uit. De politieke en maatschappelijke tegenstand die Erkenbrand volgens de schrijver ondervindt is zwaar, ‘maar we worden beloond met toenemende populariteit van onze ideeën’, eindigt hij optimistisch.
Rozengeur en maneschijn
Het optimisme is niet onterecht. Het extremistische gedachtegoed van Erkenbrand wordt niet breed gedeeld in de samenleving, maar vindt wel degelijk gehoor. Ondanks de streng inhoudelijke screening van nieuwe sympathisanten en de geheimzinnigheid rond bijeenkomsten groeit de directe achterban van Erkenbrand. En in een kring buiten de directe achterban, voornamelijk bij FvD bestaat ook interesse voor Erkenbrand. In mei 2017 laat partijleider Thierry Baudet (1983) zich in de Volkskrant al licht positief uit over Erkenbrand. ‘Soms vliegen ze uit de bocht’, zegt hij ‘maar het zijn jonge mensen die bezig zijn de wereld te ontdekken’. Nog geen half jaar later, wanneer de Amerikaan Jared Taylor (1951) Erkenbrand bezoekt om een lezing te geven ontmoet hij twee dagen eerder tevens Baudet. Taylor is met zijn publicaties over ‘ras-realisme’ en zijn antisemitisme binnen alt-right zeer invloedrijk. In de rest van de samenleving staat hij simpelweg bekend als een extreemrechtse racist. Erkenbrand bracht hem met een invloedrijk Tweede Kamerlid in contact.
Identitair Nederland, afsplitsing van Erkenbrand
‘Erkenbrand is eigenlijk niets meer dan een website. En op deze website worden meta-politieke artikelen gepubliceerd.’ Aan het woord is Alexander Wolfheze (1968) uit Den Haag. Hij is een van de drie bestuursleden van Identitair Nederland (IDNL, niet te verwarren met Identitair Verzet dat in 2012 is opgericht), een afsplitsing van Erkenbrand. Desgevraagd laat Wolfheze aan Onderzoeksgroep Kafka weten dat IDNL veel op Erkenbrand lijkt. IDNL is volgens hem ook niet veel meer dan een website die zo nu en dan een lezing organiseert. ‘Maar’, laat hij telefonisch weten, ‘wij denken na over welke identitaire ideeën actionabel zijn’. Hij bedoelt hiermee dat ze willen weten welke alt-right ideeën concreet invloed kunnen hebben op het partijpolitieke debat. ‘Daarin onderscheiden wij ons van Erkenbrand’, legt hij uit. ‘Wij willen weten welke van onze ideeën voor de PVV en FvD relevant zijn’.
Deze strategie hebben we eerder gezien binnen alt-right in Nederland. Jared Taylor moedigde in oktober 2017 de bezoekers van een Erkenbrand-conferentie hier al toe aan. ‘Ik ben er zeker van dat sommige jongeren onder jullie electoraal verkozen zullen worden’, liet hij zijn publiek toen weten. Géza Hegedüs (1962), die actief was bij Erkenbrand schopte het exact twee maanden later zelfs tot lijsttrekker van de PVV in Rotterdam. Ten tijde van de Erkenbrand-conferentie zat hij net een maand in een opleidingsklasje van Wilders. En geheel in lijn met het idee van Taylor hield Hegedüs bij de PVV zijn gewelddadige en antisemitische ideeën voor zich. De voorspelling van Taylor kwam echter niet uit. Hegedüs werd na zijn ontmaskering binnen een dag gedumpt door de PVV.
Bij IDNL, waarvan het kader volledig uit Erkenbrand voortkomt, is een vergelijkbare politieke strategie te zien. Extreme ideeën worden van scherpe randjes ontdaan en ‘haalbaar’ verpakt. Wel pittige teksten over identiteit, traditie en ‘omvolking’. Maar zonder het felle racisme en antisemitisme dat bij Erkenbrand aanwezig is. IDNL is dan ook het nieuwe politieke avontuur van Hegedüs, die de functie van penningmeester bekleedt en als woordvoerder fungeert.
De voorzitter van IDNL is de Amsterdammer Reinout Eeckhout (1967), die vanaf het eerste begin betrokken is bij Erkenbrand. Hij registreert de website van Erkenbrand, publiceert daar veel artikelen en is aanwezig op de bijeenkomsten. Eeckhout wijkt af van andere Erkenbranders omdat hij al enkele jaren behoorlijk actief is bij Voorpost en Pegida. Tijdens zijn periode bij Erkenbrand blijft hij hierbij betrokken. De meeste andere Erkenbranders nemen nauwelijks deel aan activiteiten van andere extreemrechtse clubs en zijn daar vaak ook niet eerder actief geweest.
In het najaar van 2017 komt Erkenbrand intern onder druk te staan. Er is veel media-aandacht voor de organisatie. Hierdoor raakt een aantal kopstukken publiekelijk bekend, terwijl ze hun identiteit zorgvuldig hadden afgeschermd. Dit werkt afschrikwekkend voor hen en voor andere Erkenbrand-leden.
Michael Hugens (1990), een van de oprichters, verhuist voor de liefde naar Amerika. Het kopstuk Fausto Lanser (1991) wordt vanwege zijn extreme uitingen die in de Volkskrant verschenen geroyeerd. (En toen de mediastorm ging liggen weer toegelaten tot de organisatie.) En een ander lid van het eerste uur, Reinout Eeckhout, komt intern onder vuur te liggen vanwege zijn homoseksualiteit. Hij verlaat Erkenbrand met slaande deuren, delete de website (Erkenbrand plaatst snel daarna een website op een nieuw domein) en vervolgt zijn politieke alt-right carrière door enkele maanden later IDNL op te richten. Met zijn vertrek, en dat van andere Erkenbranders, verliest de organisatie veel slagkracht.
Infiltratie door alt-right
Het infiltreren van een politieke partij, om zo het alt-right gedachtegoed sluipenderwijs gestalte te geven, is een populair idee binnen kringen rond Erkenbrand. Verschillende Erkenbranders zijn om die reden lid van FvD. Sommigen, zoals Hegedüs, zoeken het hogerop en worden zelfs kandidaat voor een politieke partij. De ware politieke intentie dient dan natuurlijk wel verborgen te blijven. Het verbergen van die intentie was voor Steijn Scheutjens (1994) reden anoniem op te treden op de eerste Erkenbrand-conferentie, in september 2016 te Rotterdam. Scheutjens wordt beschouwd als informele leider van een alt-right groep die is geformeerd rond het /Meadhall/-forum op de website 8chan. ‘Hij maakt zich ernstige zorgen over de toekomst van Nederland’, kondigt de gastheer van de conferentie aan. ‘En hij ziet de oplossingen hiervoor bij mensen zoals wij, zoals jullie’, vervolgt hij. ‘Deze persoon heeft wellicht politieke ambities en daarom bieden wij hem graag een podium. Geef een warm welkom aan de mystery guest!’ De camera die alle sprekers voor de livestream registreert zwenkt weg, Scheutjens betreedt het podium en het publiek hangt de komende twintig minuten aan zijn lippen. ‘Ik spreek hier’ zegt Scheutjens, ‘omdat de verandering van Nederland bij ons gaat plaatsvinden’. In zijn motiverende speech zegt hij te zijn gekomen ‘om jullie ervan te overtuigen dat wij zullen overwinnen’. Scheutjens betoogt dat Nederland wordt overheerst door de EU, de Nederlandse identiteit wordt verkwanseld en de eliteScheuntjes noemt in dit deel van zijn speech de Europese politieke elite een ‘wortelloze kliek’ die ‘zich nergens thuis voelt’. Dit zijn typische <em>dog whistles</em>. Voor geestverwanten is het duidelijk dat hij het hier over joden heeft, voor de meeste buitenstaanders lijkt het alsof hij het over de algemene EU-elite heeft. ‘het volk’ negeert.
Hij fulmineert tegen Koningin Maxima, Sylvana Simons en anti-Zwarte Piet activisten. Maar hij heeft ‘vertrouwen in onze zaak om het land te veranderen’. Dat vertrouwen baseert hij op de aanname dat de kloof tussen burgers en politiek niet meer is te overbruggen door normale politici. ‘En dat betekent’, concludeert Scheutjens tevreden, ‘dat de burger het heft in eigen hand gaat nemen’. ‘Als het niet vroeger is dan is het wel later’, stelt hij, ‘en wij gaan het allemaal nog meemaken en we gaan er ook deel van uitmaken’, betoogt hij gloedvol. Hij roept in zijn toespraak op om de zittende elite ‘af te zetten’ en daar is volgens Steijn Scheutjens geen tijd bij te verliezen. ‘Dit is niet de tijd van stilzitten’, waarschuwt hij het publiek. ‘Dit is de tijd waarin elke seconde telt.’ Hij eindigt zijn toespraak dramatisch door te stellen dat er nu echt actie moet worden ondernomen. ‘Als ik hier niet iets aan ga doen’, zegt hij, ‘dan zal ik letterlijk niet vredig kunnen sterven’. Zijn alarmistische boodschap sluit aan bij de visie van een aantal Erkenbranders die enkele maanden later worden geïnterviewd in Elsevier Weekblad. Uit dat interview blijkt dat een aantal van hen binnen een aantal jaar een burgeroorlog verwacht. Twee van hen zeggen zich hierop voor te bereiden door schietlessen en gevechtstraining te volgen. Scheutjens zwijgt in zijn toespraak over welke middelen en methodes gebruikt moeten worden om de door hem zo gewenste opstand te veroorzaken. Van de zaal krijgt hij in elk geval een daverend applaus. Tot op heden is Scheutjens niet op een kandidatenlijst van een partij verschenen.
Nederlands Centrum voor Diaspora, opkomen voor het ‘eigen bloed’
Over discriminatie en geweld tegen minderheden maakt Erkenbrand zich doorgaans niet veel zorgen. Behalve als het gaat om Afrikaners. Deze witte inwoners van Zuid-Afrika komen van oorsprong voornamelijk uit Nederland en Duitsland. Erkenbrand beschouwt hen als een broedervolk. Het bezoeken van een lezing van Steve Hofmeyr (1964) in juni 2016, een extreemrechtse Afrikaner, was een van de eerste activiteiten van Erkenbrand. Tijdens deze lezing in een streng beveiligd Schevenings restaurant werd Hofmeyr geïnterviewd door de PVV’er Martin Bosma (1964). Erkenbrand was hier naar eigen zeggen met zes mensen aanwezig. Sindsdien is de situatie van witte Afrikaners niet van de agenda van Erkenbrand verdwenen.
‘Het helpen van mensen van je eigen bloed is beter dan mensen uit Syrië of Afghanistan naar Nederland te halen’, vertelt Derek Hargens. Hij geeft antwoord op de vraag waarom hij actief was bij het Nederlands Centrum voor Diaspora (NCD), een organisatie waar verschillende Erkenbranders actief zijn. Het NCD streeft naar ‘versoepelde toelatingseisen’ en een ‘ruimhartige opvang’ in Nederland voor Afrikaners. Het NCD wil dit bereiken door te lobbyen en ‘het lot van de Afrikaners onder de publieke aandacht te brengen’. Hargens zat zowel bij de dagelijkse leiding van het NCD als bij Erkenbrand. Hij is politiek actief ‘om een maatschappelijk tegenwicht te bieden’, vertelt hij aan Onderzoeksgroep Kafka. Volgens deze ex-militair van het Amerikaanse leger ben je ‘een verrader van je eigen bloed als je mensen niet helpt terug te keren naar hun oorspronkelijke thuisland’. Hargens heeft veel van de wereld gezien. Na zijn baan als F16 specialist in het leger kwam hij naar Nederland om in de wapenindustrie te werken, onder meer als test engineer voor Thales. Maar hij heeft ook veel gereisd en een paar jaar in Zuid-Afrika gewoond.
Zijn verkenningen van de wereld hebben hem gesterkt in het idee dat beschaving genetisch is aangelegd. En dat deze aanleg bij het ‘blanke ras’ sterker is ontwikkeld dan bij ‘Derde Wereld-volkeren’. In een Erkenbrand-podcast over ‘Alt Right Tactics’ van maart 2017 laat Hargens niet alleen zien dat zijn politieke visie uitstekend past bij het wereldbeeld van Erkenbrand, hij toont ook aan dat hij vanuit zijn professionele achtergrond iets wil toevoegen aan de organisatie. ‘Achtergrondkennis over militaire strategie’ zegt hij, ‘is zinvol om de politiek en wereld beter te begrijpen en de ontwikkeling van organisaties vorm te geven’. In deze uitzending neemt Hargens de luisteraar mee naar allerlei militaire theorieën over hoe je door moet zetten, angst tegen moet gaan en hoe je je psychologisch voorbereidt op een strijd. Politiek geweld, waar verschillende Erkenbranders zich op voorbereiden, propageert Hargens niet. Hij wijst het niet principieel af, maar het zou op dit moment niet effectief zijn. ‘We moeten de juiste strijd voeren’, legt hij uit. ‘Als onze vijanden de gewelddadige fase betreden, dan verliezen ze de morele slag. Daarom moeten we links haar gang laten gaan. Dat klinkt niet logisch, maar het levert uiteindelijk een winst op. Als we niet terugslaan, dan zullen omstanders ons als moreel superieur zien’.
Hargens is niet het enige Erkenbrand-lid dat actief is bij het NCD. Ook Erkenbrand-oprichter Milan Bruynzeel (1991) en Joram van Schaik, die onder meer contactpersoon van Noord-Brabant namens Erkenbrand is, zijn bij NCD betrokken. Van Schaik heeft aan de Hogeschool Utrecht een communicatie- en multimediaopleiding gevolgd. Een van de activiteiten die hij voor Erkenbrand uitvoerde was het bijhouden van de website. Voor het NCD leek hij dit ook te willen gaan doen, ware het niet dat het grote aantal Erkenbranders voor spanning zorgde binnen deze club. ‘De andere leden waren bang voor een negatief imago als de betrokkenheid van Erkenbranders bekend zou raken’, laat Hargens weten. Deze spanning is kennelijk de doodsteek voor het NCD geweest, wat er is reeds een jaar niets meer van deze club vernomen.
Nieuw elan is verdwenen
Erkenbrand beleeft tot nog toe een onstuimig bestaan. In de eerste twee jaar heeft de organisatie ontzettend veel artikelen, podcasts en video’s gepubliceerd en was er sprake van een sterke ledengroei. Deze schaalvergroting, gecombineerd met ruime aandacht van media en twee inlichtingendiensten leidde tot spanningen en verstoorde verhoudingen binnen de organisatie. De laatste conferentie van Erkenbrand, in november 2018, trok minder bezoekers (ongeveer 150 bezoekers in 2018, tegen 240 in 2017) dan de vorige, en de verschillende online-uitingen van Erkenbrand zijn afgenomen.
Het lijkt erop dat de achterban slinkt. Tevens is een aantal kaderleden actief geworden bij andere organisaties, omdat die meer concreet met politiek bezig proberen te zijn. Erkenbrand wilde als frisse en nieuwe speler binnen extreemrechts in Nederland nieuwe mensen binnen brengen en een eenheid creëren. Van nationaalsocialist tot libertariër, iedereen was welkom. Even leek dit ook te lukken in de kleine en sterk verdeelde extreemrechtse beweging in Nederland. Nu het nieuwe elan is verdwenen lijkt deze rol, die de afgelopen decennia al door veel organisaties is gespeeld, ook voor Erkenbrand te hoog gegrepen.
door Kafka
Meer info
Dit artikel (met bronvermeldingen) en het eerste artikel over Erkenbrand zijn eerder gepubliceerd op de website van Kafka: kafka.nl.