Met Shell Must Fall is er een campagne op touw gezet die zich ten doel stelt om de oliemultinational het vuur aan de schenen te leggen. Uitgangspunt is de klimaatcrisis, waarvoor het bedrijf een van de hoofdverantwoordelijken is. Maar het bedrijf is eerder massaal doelwit geweest van actievoerders in Nederland. Toen ging het om haar rol in het overeind houden van het anti-apartheidsbewind in Zuid-Afrika.
Nederland had nog steeds vele banden met de blanke racistische elite in Zuid-Afrika
Wat precies de reden is geweest dat actievoerders in Nederland zich massaal zijn gaan bezighouden met Shell, zal misschien nooit helemaal duidelijk worden. Het apartheidsregime in Zuid-Afrika stelde met steeds gruwelijker middelen zijn voortbestaan zeker. De Verenigde Naties hadden om die reden een handelsembargo ingesteld, en kwamen met onthullende rapporten over welke bedrijven zich daar niet aan hielden. Shell zat daar prominent bij, terwijl Zuid-Afrika geen eigen oliebronnen had en dus volledig afhankelijke was van import. Daar kwam de specifiek historische factor bij: Nederland had nog steeds vele banden met de blanke racistische elite in Zuid-Afrika. Maar het belangrijkste waren misschien wel de beelden die dagelijks de huiskamers binnenkwamen, van de bevolking in de townships die in verzet kwam, vaak scholieren die van straat geschoten werden omdat ze weigerden om te accepteren dat ze alleen nog in het Afrikaans les zouden krijgen.
Ongericht
Binnen de actiebeweging in Nederland besloten mensen dat ze dat niet langer konden tolereren, en dat ze de medeplichtigen om de hoek gingen aanvallen. Aanvankelijk gebeurde dat nogal ongericht: reisbureaus die vakanties naar Pretoria verkochten, Nationale Nederlanden dat ook vestigingen in Zuid-Afrika had, of de ABN AMRO bank die Krugerrands (goud) verkocht. Ze werden met uiteenlopende middelen belaagd. Vaak was het de simpele hit-and-runmethode: de ruiten eruit, leus op de muur, persbericht, klaar. Soms ging het verder; verschillende vestigingen van ABN AMRO werden bezet, en de verkoop van Zuid-Afrikaans goud werd ook gestopt. Andere acties waren weer zeer vindingrijk en vergden lange voorbereidingen. Zo werd de importeur van Zuid-Afrikaanse wijn in Teuge getrakteerd op een bezoek van de belastinginspectie; dure auto’s met dito mannen en vrouwen voorzien van de juiste pasjes en papieren, om de administratie in beslag te nemen. In werkelijkheid waren het actievoerders, die zo de administratie overhandigd kregen. Daarna lagen de namen van alle kopers van Zuid-Afrikaanse wijn in Nederland op straat, en – nadat er tegen een paar bedrijven acties volgden en alle adressen in weekblad Bluf! werden gepubliceerd – besloten velen te stoppen met die inkopen. Er zijn veel meer mooie verhalen over acties uit die tijd te vertellen. Maar het meest spectaculaire is wellicht de golf aan acties tegen Shell die al snel ontstond.
Shell to hell
Het willekeurig belagen van bedrijven uit de VN-lijsten, was op den duur niet erg productief. Al waren er al resultaten geboekt doordat sommige kleintjes stopten met handel drijven met Zuid-Afrika. De grote jongens, machtige multinationals, gaven echter geen krimp en werden ook door de politiek gesteund. Van hen was Shell de machtigste maar ook voor Zuid-Afrika strategisch de meest belangrijke. De multinational was prominent aanwezig in Zuid-Afrika en hielp naar verluid met het ontduiken van het olie-embargo en ontwikkelen van nieuwe energiebronnen uit steenkool (dat Zuid-Afrika wel in grote hoeveelheden in de grond had zitten). De officiële anti-apartheidsorganisaties hadden een campagne om Shell te boycotten, maar die leek niet erg succesvol te zijn. Al snel ontstond onder enkele van de actiegroepjes die zich hadden toegelegd op het actiever aanvallen van apartheidcollaborateurs het plan om de energie structureel op die grootste te richten. Shell was al vaker doelwit van acties geweest, maar dan als een van de velen. Hier en daar werd een tankstation vernield of ondergeschilderd. Maar in november 1985 werden er in dezelfde nacht dertien tankstations van Shell aangepakt, waarvan er een tot de grond toe afbrandde. Er kwam een klinkende persverklaring en de actie haalde prominent de voorpagina’s en tv- en radiojournaals. Het was een startschot voor misschien wel de meest omvangrijke sabotage- en actiecampagne in de Nederlandse geschiedenis. De actievorm sloeg aan, zou je kunnen zeggen. Overal in het land staan natuurlijk tankstations van het bedrijf en ’s nachts kon je daar redelijk makkelijk aan de slag.
Uit het hele land kwamen meldingen van vernielde tankstations
Methoden en technieken
Het ‘slangen snijden’ bij Shellstations (en soms een ander onderdeel van het bedrijf) werd onderdeel van een subcultuur, die toen ook nog eens tamelijk breed was. Uit het hele land kwamen meldingen van vernielde tankstations. In actiemedia zoals weekblad Bluf! werd het onderwerp structureel gecoverd, en er waren ook felle debatten over de beste manier om toe te slaan. Ook nu weer vormden fantasie en humor een belangrijk element. Zo werden op een nacht alle tankstations tussen Amsterdam en Den Haag ontslangd. Ook werd ontdekt dat water in de benzine laten lopen (gewoon met een tuinslang tussen de luchtuitlaat van de ondergrondse tanks en het kraantje bij het tankstationgebouw, kraan open en laten stromen maar) leidt tot een enorme rij auto’s op de pechstrook omdat de motor er dan mee stopt. De actie leverde kritiek op, maar de activisten verdedigden de actie met de opmerking dat mensen ondertussen wel moesten weten dat je geen Shell moest tanken. Aan de grens met Duitsland verschenen bij Arnhem borden voor buitenlanders die misschien niet op de hoogte waren met de tekst ‘Vorsicht! Moeglichst Wasser ins Benzin’.
Het honderdste pompstation van Shell dat ontslangd werd, werd voorzien van kleurige slingers en ballonnen… Er waren ook nieuwe collectieve actienachten, op een daarvan werden 34 tankstations tegelijk aangepakt. Een record dat tot dusver nooit gebroken is. Het afsnijden (of knippen met een takkenschaar of betonschaar, gaat veel sneller) werd geperfectioneerd. Als je het vulpistool ook meeneemt of wegmaakt, zijn ze veel moeilijker repareren. Hetzelfde geldt voor het afsnijden van de slang aan het andere einde, nadat je het hele kreng eruit getrokken hebt (waarna de veer binnenin met een enorm lawaai terugspringt). Shell reed ondertussen met mobiele teams door het land om tankstations zo snel mogelijk weer aan de praat te krijgen, en klaagde over gebrek aan politiebewaking. Er gingen geruchten dat het bedrijf na enige tijd een eigen inlichtingenoperatie had gestart, en arrestanten geld bood om verraad te plegen.
Slangen snijden was relatief geweldloos en makkelijk uit te voeren voor beginnende actievoerders
Slangen snijden was relatief geweldloos en makkelijk uit te voeren voor beginnende actievoerders die hun solidaire steentje wilden bijdragen. Maar sommige groepjes activisten vonden dat niet radicaal genoeg, en af en toe werd er dan ook brand gesticht. Vanaf het begin waren de acties nooit strikt geweldloos; een van de eerste acties tegen apartheid was een brandaanslag op de villa van een oliehandelaar (John Deuss). Maar omdat het om tankstations gaat, waren de brandstichtingen natuurlijk gevaarlijk. Met name de LPG-tanks vormen een groot ontploffingsrisico. De brandweer was dan ook zeer bezorgd, nam contact op met weekblad Bluf! en gaf een interview over wat nu wel en niet handig is om te doen.
Duizend Shell pompen
De actierage liep geweldig uit de hand. Op een gegeven moment – ook in het buitenland waren anti-apartheidsactivisten zich uit gaan leven op Shell – claimde een woordvoerder van Shell dat er minstens duizend tankstations van het bedrijf slachtoffer van acties waren geweest. Een deel van de activisten in Nederland probeerde de campagne te institutionaliseren. Zo werd het Comité Shell Uit Zuid-Afrika opgericht (SUZA) met pronkende manifestaties in Paradiso en een kantoor dat dagelijks open was. Hoogtepunt van de acties van SUZA werd een driedaagse blokkade van het Shell-lab in Amsterdam-Noord. De radicalere anti-imps van RaRa gingen als reactie vergaande aanslagen uitvoeren op hun multinational van eigen keuze, de Makro (de SHV van Fentener van Vlissingen). Nadat er vijf van die Makro-vestigingen in de hens gingen, besloot Fentener van Vissingen de boel in Zuid Afrika te verlaten (sort of) en werd er door heel ondernemend Nederland schande van gesproken dat het bedrijf voor terreur had moeten zwichten.
De bredere Shellcampagne is in de schaduw komen te staan van de spectaculaire RaRa-acties
De bredere Shellcampagne is in de schaduw komen te staan van de spectaculaire RaRa-acties. Zeker in de herinnering, voor zover mensen nog wat afweten van de enerverende tweede helft van de jaren 1980, is alleen RaRa nog bekend. Dat is jammer omdat de Shellacties een veel inspirerender verhaal vormen van hoe het mogelijk is een multinational in het hele land aan te pakken. Of het uiteindelijk gelukt zou zijn om het bedrijf op de knieën te dwingen zal nooit duidelijk worden. In Zuid-Afrika zelf gaf het apartheidsbewind, vooral onder druk van aanhoudend verzet van de bevolking, toe. Nelson Mandela werd in 1990 vrijgelaten, het ANC werd een legale partij (die de eerste verkiezingen met enorme overmacht won). Een van de eerste daden van het ANC nadat ze gelegaliseerd was, was het opkopen van het hoofdkantoor van Shell in Pretoria om daar haar eigen hoofdkantoor van te maken. Dat was een nogal tweeslachtig gebeuren. Enerzijds was het zeer symbolisch dat Shell letterlijk plaats moest maken voor het ANC. Maar tegelijkertijd kocht ze het gebouw wel vriendelijk; het ANC gaf de tegenpartij geld en schudde die de hand, en dat was tekenend voor de nieuwe tijd die aan zou breken. Het ANC aan de macht, maar met goede betrekkingen met het multinationale bedrijfsleven omdat ze investeringen nodig zou hebben. Voor de anti-apartheidsacties was de tijd dan ook voorbij.
Andere tijden?
Het is de vraag of het ook nu, rond klimaat, mogelijk zou zijn om Shell dermate grootschalig aan te pakken als in de jaren tachtig rond apartheid gebeurde. Er waren toen een aantal cruciale factoren aanwezig die nu grotendeels ontbreken. Zo was er een nog tamelijk breed netwerk van actievoerders dat zich door het hele land uitstrekte. Er waren actiemedia (Bluf!, De Zwarte en lokale radicale blaadjes). Er was een brede anti-apartheidsbeweging die weliswaar tandenknarsend moest aanzien hoe directe actie ineens het voortouw nam, maar ook voor structuur zorgde, en onderzoek leverde, en argumenten. En er was vooral die immense zwarte beweging in Zuid Afrika, waarvan de vertegenwoordigers geen blad voor de mond namen en vaak de acties in Nederland toejuichten. Een van de belangrijkste momenten in de anti-Shellacties, was bijvoorbeeld toen een grote anti-apartheidsdemonstratie wel 50.000 mensen trok en op het podium op het Museumplein in Amsterdam een dominee uit Zuid-Afrika verklaarde dat de acties tegen Shell met groot enthousiasme ontvangen werden in de townships. Dan heb je als actiecampagne, zoals dat heet, ‘leverage’.